Fietsmaatjes als behandeling

Huisartsen en praktijkondersteuners kiezen soms voor Fietsmaatjes als behandeling. De optie moet ‘in je hoofd zitten’, aldus huisarts Wim Sleeuw. Patiënten komen niet zelf met de behandeling. Zowel huisarts Wim Sleeuw in Roelofarendsveen als praktijkondersteuner (POH) en verpleegkundig specialist in zijn praktijk Miranda van der Meer doen het regelmatig: een recept uitschrijven voor Fietsmaatjes. Als doorverwijzing rechtstreeks naar Fietsmaatjes Kaag en Braassem of via het bestaande project ‘Welzijn op Recept’ waarbij welzijns- en eerstelijnsorganisaties samenwerken.

Wim Sleew & Miranda van der Meer Wim Sleeuw: ’In plaats van breien of koken, schrijf ik dan ‘Fietsmaatjes’ op als gewenste activiteit. Die optie is inmiddels bekend bij de medewerkers van het project. Als huisarts kan ik vaak net dat extra duwtje in de goede richting geven. Ik kan patiënten daarbij genoeg voorbeelden noemen van andere patiënten die ook aarzelden maar nu niet meer terug zouden willen. Ik hoor namelijk alleen maar positieve verhalen.’

Miranda: ‘Als wij tijdens een consult of huisbezoek in de gaten krijgen dat een patiënt vereenzaamt, nauwelijks meer buiten komt, depressief is of vanwege zijn chronische aandoening meer zou moeten bewegen, is een recept voor Fietsmaatjes tegenwoordig een therapeutische optie die ongezien veel doet. Ook ter ontlasting van de mantelzorger die doorgaans ook in onze praktijk zit.

Ik moet het wel zelf opperen en er dus ook zelf aan denken. De optie moet in je hoofd zitten. Patiënten komen er meestal niet zelf mee of ze zien te veel beren op de weg: waarom het allemaal niét zou kunnen, maar als ze eenmaal een proefritje gemaakt hebben slaat dat om. Je moet ze soms wel eens afremmen in hun enthousiasme omdat ze – ongetraind – denken weer vol mee te kunnen trappen. Dan valt het achteraf met de vermoeidheid wel eens tegen. Dus ook voor de gezondheid is mijn advies ‘rustig aan’ beginnen en niet overdrijven. Het zijn vaak patiënten die zelf veel gefietst hebben, maar vanwege hun beperking of omdat ze ooit gevallen zijn, niet meer durven.’ En het effect op het brein? Miranda fietst zelf als vrijwilligster met haar demente moeder: ‘Eenmaal op de fiets weet zij de weg soms beter dan ik.’

Wim Sleeuw benadrukt dat Fietsmaatjes niet alleen voor degene die rechts op de fiets zit gezond en goed is, maar ook voor de vrijwilliger aan de linkerkant: ‘Mensen en vooral mannen, die altijd gewerkt hebben en daarna niet veel meer omhanden hebben, die wat inzakken, depressief worden. Daar is het een prima remedie voor. Weer naar buiten, bewegen en contact met anderen. Dat geeft weer zin aan het leven. Maar ook bij overgewicht, burn-out, artrose, diabetes. Ik kan het lijstje moeiteloos aanvullen met aandoeningen waarbij samen bewegen en gelijk ook nog iemand meenemen, zinvol is.’

Beiden noemen ook de andere kant van het spectrum om aan te tonen dat eigenlijk iedereen meekan: ‘Een patiënte met terminaal hartfalen uit onze praktijk wier laatste wens in vervulling kon worden gebracht: ze lag de hele dag op bed en wilde dolgraag nog een keer naar buiten. Ze heeft nog twee ritjes met een vrijwilliger met een medische achtergrond op de duofiets kunnen maken en vond het geweldig.’